Seksuele opvoeding met Marieke van der Sanden
Marieke van der Sanden is expert op het gebied van seksuele gezondheid en opvoeding. Ze begon haar carrière in de jeugdzorg, waar ze ontdekte dat seksualiteit zelden onderwerp van gesprek was. Vanuit die constatering ontstond haar missie: seksuele gezondheid bespreekbaar maken, juist op plekken waar dat nog te weinig gebeurt. Van der Sanden traint een breed scala aan professionals: van groepsleiders tot docenten, van jongerenwerkers tot universitaire medewerkers. Haar doel is helder: meer kennis en minder handelingsverlegenheid als het gaat over seksualiteit, grenzen en gelijkheid. Wat kunnen wij van haar leren?
Wat we niet weten
Wat Van der Sanden in haar trainingen steeds weer opvalt, is hoeveel we níét weten. ‘De mythe van het maagdenvlies leeft nog volop, net als het idee dat seks enkel penetratie is. Terwijl een tongzoen of strelen óók eerste keren zijn,’ legt ze uit. Dat besef ontbreekt vaak, zelfs bij volwassenen. ‘Ik had laatst een vrouw van vijftig die voor het eerst écht begreep hoe haar lichaam werkt. Ze zei: “Hoe kan het dat ik dit nu pas leer?”’ Die blinde vlek beperkt zich niet tot seksuele voorlichting. Ook in de medische wereld zit ongelijkheid diep verankerd. ‘Vrouwen hebben 73% meer kans op letsel bij een auto-ongeluk, simpelweg omdat auto’s tot voor kort getest werden met mannelijke crash-test dummies,’ zegt Van der Sanden. ‘Hartproblemen bij vrouwen worden vaak niet herkend, omdat het mannelijke lichaam het uitgangspunt is. En endometriose? Daar doen we gemiddeld zeven jaar over om dat te diagnosticeren.’ In haar trainingen bespreekt Van der Sanden bewust mythes. ‘Dan hoor je: “Oh, dat wist ik eigenlijk niet.” Die momenten van bewustwording zijn zó waardevol. Want pas als je weet hoe het zit, kun je het verschil maken.’
Echt luisteren
Van der Sanden gelooft sterk in dialoog tussen generaties. ‘Ouders denken vaak dat zij moeten uitleggen. Maar kinderen hebben een andere leefwereld. Vraag ze: hoe weet jij dat? Waar haal jij je informatie vandaan? Wat denk jij daarvan? Wat zie je online? Daar begint gelijkwaardig opvoeden.’ Maar hoe doe je dat? Ze noemt het “kapstokhaakjes”: momenten waarop je als op-voeder een gesprek kunt starten. ‘Dat hoeft geen grote thematafel of speciale week op school te zijn. Het kan gewoon aan tafel, als je kind iets opmerkt of een vraag stelt. Pak dat moment. Vraag: hoe denk jij daarover? Of: zullen we dit samen lezen?’ Een hardnekkige misvatting waar ze vaak tegen-aan loopt? ‘Dat praten over seksualiteit aanzet tot experimenteren. Terwijl onderzoek laat zien dat goed geïnformeerde jongeren juist bewuster kiezen en vaak later beginnen. ‘Het probleem is: als een kind een vraag stelt en jij zegt 'daar ben je nog te jong voor', dan denkt het kind niet: ik wacht wel geduldig. Nee, dan zoeken ze het antwoord zelf op, bijvoorbeeld online. En vaak op plekken waar je ze niet wilt hebben. De boodschap die je dan vooral meegeeft is: daar praten wij niet over.’
Taal
Van der Sanden benadrukt hoe belangrijk taal is in de opvoeding. ‘We zijn vaak bang om woorden te gebruiken die we zelf ingewikkeld vinden. Maar kinderen onthouden alleen wat bij hun belevings-wereld past. De rest gaat het ene oor in en het andere uit. De juiste taal kennen draagt bij aan lichaamsbesef en autonomie.’ ‘Ook in de publieke ruimte speelt taal een grote rol. ‘Kranten spreken vaak over “seks met een minderjarige”, terwijl het gaat om misbruik,’ zegt ze. Zulke woordkeuze verhult machtsongelijkheid en beïnvloedt hoe we situaties beoordelen. "Taal vormt ons denken. Als we daar geen aandacht aan besteden, blijven scheve verhoudingen onzichtbaar.’
Stoer of echt?
‘Stoer doen is niet hetzelfde als indruk maken,’ zegt Van der Sanden tegen haar zoon, nadat hij een middag met vrienden koekjes had gebakken. Hij had zich baldadig gedragen en raakte zijn schermtijd kwijt. Later, in een rustig moment, reflecteren ze samen. ‘En wie denk je dat er indruk maakte op mij?’ vroeg ze hem. ‘Degene die grapjes maakte én hielp opruimen,’ antwoordde hij. Seksuele opvoeding begint niet bij “het gesprek” (seksuele voorlichting), maar bij hoe je leert je tot een ander te verhouden. In dit geval: niet over meiden of seks, maar over gedrag, grenzen en zelfbeeld. ‘Die zaadjes planten, dát is opvoeden - het is de kiem voor later.’ Seksuele opvoeding draait daarom ook om het aanleren van onderliggende vaardigheden. ‘Als een kind in de zandbak zegt: “Ik wil dit niet”, dan oefent het al in grenzen aangeven,’ legt Van der Sanden uit. ‘En diezelfde vaardigheid is net zo belangrijk in seksuele situaties.’ Consent, omgaan met druk, jezelf uitspreken — het zijn allemaal sociale tools die kinderen op jonge leeftijd al kunnen ontwikkelen. Ouders kunnen dus veel meer bijdragen dan ze denken. Vandaag is een goed moment Wat Van der Sanden duidelijk maakt, is dat seksuele opvoeding meer is dan kennis over-brengen. Het is leren luisteren, voorleven, ruimte geven en bijsturen. Het is je eigen aannames onder de loep nemen én durven toegeven dat je niet alles weet. Want alleen door bewust te zijn van wat we wél en niet doorgeven, kunnen we bij-dragen aan een wereld waarin kinderen op-groeien met vrijheid, veiligheid en gelijkheid. Niet morgen, maar vandaag.