Interview Wouter van den Bos
Dr. Wouter van den Bos, universitair hoofddocent aan de Universiteit van Amsterdam, is gespecialiseerd in de ontwikkeling van het kinder- en puberbrein en onderzoekt hoe jongeren leren, keuzes maken en beïnvloed worden – vooral in een wereld vol sociale media en algoritmes. Zijn werk laat zien hoe digitale netwerken en sociale normen de identiteit van jongeren mede vormgeven. We spraken met hem over de subtiele manier waarop stereotypen en verwachtingen worden doorgegeven, waarom juist pubers zo gevoelig zijn voor sociale druk, en hoe opvoeders toch een krachtige tegenstem kunnen bieden.
Onderzoek
Van den Bos onderzoekt hoe jongeren, met name adolescenten, keuzes maken en leren in een wereld die steeds meer wordt gevormd door digitale sociale netwerken. Eerder onderzocht hij hoe leeftijdsgenoten, ouders en leraren invloed uitoefenen op de keuzes en houding van adolescenten, en die kennis past hij nu toe op het digitale domein. Zijn focus ligt op sociale media en de impact hiervan op de (hersen)ontwikkeling van jongeren – denk aan algoritmes en online influencers.
Rolmodellen
‘Onderzoek laat zien dat er bij jongeren – vooral bij jongens – een conservatieve verschuiving plaatsvindt in hoe zij kijken naar genderrollen. Ouders leggen de basis, bewust én onbewust, via verwachtingen, complimenten en verhalen. Die basis is cruciaal. ‘Later, in de adolescentie, worden leeftijdsgenoten en andere volwassenen belangrijker. Op weg naar zelfstandigheid gaan jongeren meer en meer naar andere bronnen van invloed kijken, dit hoort bij een gezonde ontwikkeling. ‘Waar we ons vroeger zorgen maakten om ‘foute vrienden’, zijn die zorgen nu verschoven naar sociale media. Sociale media versterken specifieke gendernormen door populaire influencers, trends en door algoritmes die steeds opnieuw hetzelfde beeld van ‘wat normaal is’ laten zien.’
“Je hoeft social media niet te verbieden om invloed te hebben”
Bewustwording
‘Opvoeders blijven, ook in de adolescentie, belangrijke rolmodellen. Vaak wordt er gedacht dat pubers en adolescenten een 'lost cause' zijn, die alleen nog geïnteresseerd zijn in hun leeftijdsgenoten, maar dit is niet waar. Opvoeders kunnen drie dingen doen.
Geef het goede voorbeeld – vaak zit dat in kleine dingen. Wie doet de afwas? Wie zit waar aan tafel? Zulke handelingen dragen normen over.
Blijf praten met jongeren over ongelijkheid en sociale normen. Dat betekent vooral vragen stellen en luisteren, niet oordelen.
Maak jongeren bewust van de invloed van leeftijdsgenoten en sociale media. Jongeren zijn erg gevoelig voor sociale normen. Opvoeders kunnen dus invloed hebben door met jongeren te praten over groepsnormen, over het verschil tussen wat populair is en wat waardevol is. Ook helpt het als jongeren leren nadenken over wie invloed op hen heeft – en waarom. Laat zien dat de norm in hun vriendengroep of de content in hun social media feed niet perse universeel is.’
Algoritmes
‘Sociale media is niet een ding, maar door de algoritmes juist duizenden dingen tegelijk. Dat maakt het ook zo ongrijpbaar. Door algoritmes krijgen jongens en meiden vaak totaal verschillende content voorgeschoteld. Daardoor is de invloed ook verschillend. Daarnaast geld voor jongens en meiden dat ze onderling ook naar hele verschillende dingen kijken. ‘Traditionele media versterkten vroeger ook stereotypen, maar iedereen keek in elk geval naar hetzelfde. Nu is het veel meer gefragmenteerd. Recent onderzoek van de Universiteit Utrecht en De Groene Amsterdammer laat zien dat jongens via algoritmes snel terechtkomen in de zogenoemde "manosphere". Tegelijkertijd zijn er ook positieve tegenhangers, zoals @nienkesgravemade of #womeninmalefields op TikTok, die helpen stereotypen te doorbreken. Alleen hebben we momenteel zeer weinig controle over wat er wel en niet te zien is op social media, dat moet dan echt veranderen.’
Tegengewicht
‘Dit is één van de grootste uitdagingen voor de opvoeders, maar opvoeders spelen nog steeds een cruciale rol. Door in gesprek te blijven en echt te luisteren kun je een stevige basis voor de kinderen blijven. Stel sociale media zo lang mogelijk uit en beperk het gebruik tot korte periodes per dag. ‘Tegelijkertijd moet er meer controle komen over wat er op sociale media wordt aangeboden. Niet alles hoeft verboden, maar het is belangrijk dat we kinderen kunnen weren van toxische accounts. Je hoeft social media niet te verbieden om invloed te hebben. Jongeren zijn gevoelig voor echtheid, voor oprechte gesprekken, begin daar vroeg mee.’
“Eén van de sterkste vormen van sociale druk is niet een populaire influencer, daar de sociale norm’”
Sociale druk
‘De beïnvloeding is nu veel subtieler dan vroeger. Jongeren worden voortdurend geconfronteerd met succesverhalen en zorgvuldig opgebouwde beelden van ‘perfecte levens’. Het is vaak niet duidelijk dat ze naar reclame of geënsceneerde content kijken. Toch spiegelen ze zich eraan – vaak onbewust. ‘Eén van de sterkste vormen van sociale druk is niet een populaire influencer, maar de sociale norm. Omdat algoritmes herhaaldelijk dezelfde typen content aanbieden, kan het voor jongeren heel snel voelen alsof iedereen ‘zo is’ of dat iedereen ‘het heeft’. Hoe of wat dat is kan dan nog verschillen maar die druk van de sociale norm is heel sterk. ‘Het helpt als opvoeders jongeren stimuleren om bewust na te denken over wat ze op sociale media zien – dat dit vaak geen realistisch beeld is, maar een zorgvuldig gekozen versie van iemands leven of zelfs reclame. Bespreek ook wat dit met hen doet, en hoe het hun zelfbeeld of verwachtingen beïnvloedt.’